‘Projectgericht leren’ lijkt wel hét buzzwoord van de afgelopen jaren. Van het vmbo tot het mbo en hbo – iedereen wil ermee aan de slag. Toen ik zelf een aantal jaar geleden begon met projecten, voelde het alsof ik de controle volledig kwijt was. Waar ik eerder elke les in detail had uitgestippeld, moest ik nu ruimte geven aan de inbreng van de leerlingen. Dat was even wennen, maar wat ik ervoor terugkreeg, bleek uiteindelijk een enorm waardevolle les. In deze blog deel ik mijn belangrijkste inzichten over projectmatig werken op het vmbo.
Het begin: chaos in de klas
De eerste weken waren een echte chaos. Leerlingen wisten niet waar ze moesten beginnen, en ik had geen idee hoe ik ze effectief moest begeleiden. Er hing een algeheel gevoel van verwarring in de klas. Ik was urenlang van alles aan het voorbereiden, alleen om te ontdekken dat het in de praktijk vaak totaal niet werkte. Er waren momenten dat ik met mijn handen in het haar zat en serieus overwoog om op te geven; terug naar het oude, vertrouwde lesgeven leek toen zo verleidelijk. Maar dankzij de steun van collega’s en een geduldige teamleider heb ik doorgezet. Ik begon met het bieden van duidelijke kaders, probeerde niet alles voor ze op te lossen, en liet ze fouten maken. Misschien nog wel het belangrijkste: ik accepteerde en omarmde de chaos, maar dan wel op een gecontroleerde manier.
De eerste successen
Langzaam maar zeker begon er structuur te ontstaan in de projecten van de leerlingen. Ze verdeelden taken, gingen actief op zoek naar informatie, en kwamen met creatieve ideeën. Ik realiseerde me dat projectmatig werken niet betekent dat je als docent niets meer doet of juist van alles voordoet; het betekent dat je de juiste vragen stelt en de leerlingen begeleidt in hun eigen proces (nadruk op begeleiden dus!). Toen ik dit doorhad, begon ik echt te genieten van de dynamiek en de energie die er in de klas ontstond.
En geloof me, die eerste successen gingen hand in hand met momenten van onrust, drukte en de al eerder genoemde chaos. Iedereen die ooit in mijn leslokaal is geweest, weet dat ik wel houd van een beetje chaos – maar dan wel gecontroleerd.
Structuur is ontzettend belangrijk!
Projectgericht leren betekent niet dat je in week 1 start met een A4’tje met de opdracht en in week 7 een eindproduct verwacht. Het gaat juist om het bieden van structuur, waarbinnen leerlingen de ruimte krijgen om te groeien en te experimenteren. Een groot (maar ook een klein) project kan namelijk al snel ingewikkeld worden: Wie doet wat? Wanneer moet iets af zijn? Hoe pak je een bepaalde taak aan om verder te komen? Om overzicht te behouden, is het belangrijk om met een duidelijk projectmodel te werken, bestaande uit fasen die je samen doorloopt om tot een eindproduct te komen.
Mede naar aanleiding van mijn ervaringen hebben we bij Dubbelklik een faseplan ontwikkeld met de vijf belangrijkste fasen: Voorbereiden, Inleven, Bedenken, Maken en Opleveren. Welk faseplan je ook kiest, zorg ervoor dat je je eraan houdt en dat je leerlingen dit ook doen. Werken met een faseplan biedt vele voordelen: het zorgt voor duidelijkheid, maakt de voortgang zichtbaar en geeft leerlingen de houvast die ze nodig hebben om succesvol aan hun project te werken.
Dus, als er iets is dat ik je wil meegeven, dan is het dit: omarm de chaos – maar zorg dat jij als docent de regie houdt. Leerlingen die overleggen, praten en onderzoeken horen nu eenmaal bij projectmatig werken. Probeer jezelf echt in die begeleidende, coachende rol te plaatsen. Naarmate je meer vrijheid geeft (zolang er een duidelijke structuur is), zul je zien dat leerlingen hierin echt tot bloei komen.
Bryan is onderwijsontwikkelaar voor het vmbo bij Dubbelklik. Met ervaring als mentor, vakgroepvoorzitter en docent in o.a. de vakken Dienstverlening & Producten, Zorg & Welzijn, Fotografie en Robotica op het vmbo, deelt hij zijn praktijkervaringen en inzichten om collega’s te inspireren en te ondersteunen. Neem contact op via bryan@dubbelklik.nu.